De Formule 1-carrière van Michael Schumacher begon in 1991. Dat jaar reed de Belg Bertrand Gachot voor het team van Jordan, maar die werd in augustus veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf na een incident waarbij hij een taxichauffeur met pepperspray had belaagd. Eddie Jordan zocht naar een vervanger en vond deze in een relatief onbekende, jonge Duitse coureur. Deze Duitser reed niet onverdienstelijk in het World Sportscar Championship voor het team van Sauber-Mercedes en na een test op Silverstone mocht Michael Schumacher zijn F1-debuut maken op Spa-Francorchamps.
Het circuit, gelegen in de Belgische Ardennen, is geen eenvoudige baan om op te debuteren, maar Schumacher liet de Formule 1-wereld direct rechtop in zijn stoel zitten door zich als zevende te kwalificeren. Nu een peulenschil voor de Duitser, maar toentertijd was Jordan bezig met zijn eerste jaar in de F1 en een zevende plaats op Spa-Francorchamps was een ware sensatie. De race zelf was een minder groot succes, Schumacher was niet gewend aan de koppeling van een Formule 1-wagen en na twee starts (de opwarmronde en de eigenlijke start van de race), was die koppeling praktisch verbrand. Schumacher kwam nog door de eerste bocht, maar onderaan de bocht Eau Rouge was de versnellingsbak kapot en kon Schumacher uitstappen.
Het deerde hem niet. Benetton-teambaas Flavio Briatore zag direct het potentieel van de jonge Duitser en was er als de kippen bij om Schumacher weg te kapen onder de neus van Eddie Jordan. Na veel juridisch getouwtrek stond Schumacher de volgende race, in Monza voor het Italiaanse team aan de start. Roberto Moreno, de man die eerst voor Benetton reed, werd zonder pardon opzij gezet. Teamgenoot van Schumacher werd Nelson Piquet, die in de nadagen van zijn carrière verkeerde. Schumacher won direct het eerste kwalificatieduel van de voormalig wereldkampioen en versloeg hem in de race door vijfde te worden. Een nieuwe ster was geboren. Een jaar na zijn debuut won Michael Schumacher zijn eerste Formule 1-race. Zoals wel vaker regende het in de Ardennen en toen de baan opdroogde, maakte Schumacher op het juiste moment de beslissing over te stappen naar droogweerbanden, waarmee hij Nigel Mansell, de wereldkampioen van dat jaar, voorbleef. Het was de enige zege van Schumacher in 1992, maar aangezien het team van Williams dat jaar zonder enige tegenstand de wereldtitel binnensleepte, was het zeer indrukwekkend dat hij juist op een rijderscircuit als Spa Ook in 1993 won Schumacher eenmaal. Opnieuw was het team van Williams, dit keer met Alain Prost achter het stuur, veel te sterk in de strijd om de titel, maar de gok om niet te stoppen voor nieuwe banden in Portugal pakte goed uit. Schumacher eindigde dat jaar als vierde in het kampioenschap met 52 punten.
Met de komst van Ayrton Senna naar Williams en het wegvallen van Alain Prost, ging de Formule 1-wereld in 1994 een nieuw tijdperk tegemoet. Men verwachtte een eenvoudige rit naar de titel van Senna, maar direct in de eerste race werd duidelijk dat de Braziliaan rekening moest gaan houden met Michael Schumacher. In Brazilië won Schumacher, terwijl Senna uit de race spinde. Ook de tweede race van dat jaar was een prooi voor Schumacher en opnieuw zag Senna het einde van de race niet.
Het begin van het Europese seizoen moest verandering brengen voor Senna. Hij stond twintig punten achter op het Duitse wonderkind en was vastbesloten om daar iets aan te doen. Echter, in de zesde ronde van de race crashte Senna en later die avond stierf de drievoudig wereldkampioen in het ziekenhuis. De wereld zou nooit weten hoe het gevecht Schumacher-Senna zou aflopen.
In 1994 leek Schumacher onbedreigd op de wereldtitel af te stomen, maar tijdens de Grand Prix van Engeland ging de Duitser in de fout. Tijdens de opwarmronde passeerde hij Damon Hill, die op pole stond, tot twee maal toe. In de race kreeg hij daarvoor een stop and go-penalty, maar het team weigerde hem binnen te halen. Schumacher werd uiteindelijk uit de uitslag geschrapt en Benetton kreeg 25.000 dollar boete. De combinatie Schumacher-controverse was geboren. Toen na afloop van de door hem gewonnen race in België bleek dat de bodemplaat van Schumacher te ver was afgesleten, werd hij niet alleen gediskwalificeerd, maar ook voor twee races geschorst. Titelrivaal Damon Hill won beide races en opeens was het verschil geslonken tot één punt in het voordeel van Schumacher. Beide coureurs wonnen nadien een race terwijl de ander tweede werd en dus was het verschil in de laatste race in Adelaide nog steeds één punt. Het werd een race waar nog lang over nagepraat zou worden. Schumacher pakte de kop na de start, maar hij kon Hill niet afschudden. Onder druk van de Engelsman ging Schumacher uiteindelijk in de fout en raakte de muur. Hill probeerde hem in te halen en opeens stuurde Schumacher scherp naar rechts, waarmee hij Hill raakte. Beide heren lagen uit de race en Schumacher was kampioen. Tot op de dag van vandaag denken velen dat het er opzet in het spel was, maar Schumacher heeft altijd ontkent.